Is er enig ding, waarvan men zou kunnen zeggen: Ziet dat, het is nieuw? Het is alreeds geweest in de eeuwen, die voor ons geweest zijn.
Dit zijn de woorden van de wijze koning Salomo. Wellicht lezen we er makkelijk over heen, of we denken dat “eeuwen” hetzelfde betekent als in deze tijd, namelijk 100 jaar, bijvoorbeeld van 1900 tot 2000 is een eeuw. Maar in de Bijbel betekent het begrip “eeuw” of “eeuwen” iets heel anders. Wie daarover meer wil weten, kan ik de audio-bijbelstudie “Het einde der eeuw” van harte aanbevelen. De studie geeft veel inzicht in de begrippen “tegenwoordige eeuw” en “toekomende eeuw”. Daarbij komen ook aan de orde de 70-weken-profetie, bestaande uit eerst 7 en 62 weken en veel later de 70-ste week, die nog moet aanvangen, op het moment dat ik dit schrijf. En wat verder volgt, uiteraard.
Over welke eeuwen heeft de Prediker het?
De vraag die al vroeg in de audiostudie aan de orde komt is over “welke eeuwen” de Prediker, Salomo dus, het hier heeft? Wanneer was dat, dat “het alreeds is geweest in de eeuwen”? Was dat in de jaren tussen Adam en Salomo, een periode van zo’n 3000 jaar. Zie de PDF-studie “Bijbelse tijdrekening”. Dat is een hele lange tijd, waarin zeker veel kan gebeuren. Maar de Bijbelse verklaring van het begrip “eeuwen, die voor ons geweest zijn”, houdt in dat Salomo, net als de mensheid van Adam leefde in wat genoemd wordt “de tegenwoordige eeuw”. Dat begrip vinden we vaker in de vertaling terug als “tegenwoordige wereld”. Maar het Griekse woord “aion” dat daarvoor gebruikt wordt, betekent “eeuw”. Het gebruikelijk woord voor “wereld”, als zijnde de schepping, is “kosmos”.
De tijd tussen Genesis 1 : 1 en 1 : 2
Salomo zou het heel goed kunnen hebben over de tijd van vóór de restititutie van de gevallen schepping, waaruit een Nieuwe Schepping “geboren” zou worden. De tijd tussen Genesis 1 : 1 en 1 : 2. En de tijd van vóórdat “duisternis en woestheid” over de aarde kwam. De tijd waarover de Apostel Petrus spreekt, als hij zegt in 2 Petrus 3:
Want willens is dit hun onbekend, dat door het woord Gods de hemelen van over lang geweest zijn, en de aarde uit het water en in het water bestaande
Door welke de wereld, die toen was, met het water van den zondvloed bedekt zijnde, vergaan is.
De wereld van vóór de grote vloed
De wereld dus van vóór de grote vloed (niet die van Noach) waardoor hemelen en aarde vergaan zijn. Vóór die wereld moet er een schepping geweest zijn waarvan wij geen weet hebben, omdat er ongeveer niks van bekend is, behalve dan toen de satan “ontstond”. Hij, kennelijk in die schepping van “over lang” aangesteld als heerser over de oude schepping en nu bekend als “de god dezer eeuw” (Matthéüs 4; 2 Korinthe 4 : 4), was er ook weer in de herschepping (restitutie) vanaf Genesis 1 : 2. Logisch, omdat God de oude schepping restitueerde en juist door dit te doen heerlijkheid verloor. Dat gebeurde er bij Zijn ingaan in een zondige (= doel missen) schepping. Daarover spreekt de Here Jezus in Johannes 17 : 5:
En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld (= kosmos) was.
Dat was dus niet aan het begin van de gerestitueerde (herstelde) schepping, zoals beschreven vanaf Genesis 1 : 2, maar daarvóór al. De gevallen schepselen uit die tijd, als geesten, maken ook deel uit van onze gerestitueerde schepping. Zonder dat ze “lichamelijk” kunnen zijn, kennen wij ze als demonen. Zie o.a. de geschiedenis in Matthéüs 8. Dat is personeel van de duivel. “Onreine geesten”, zegt het Nieuwe Testament op diverse plaatsen.
Wat was er “alreeds geweest in de eeuwen”?
Als de wijze Salomo met “Is er enig ding, waarvan men zou kunnen zeggen: Ziet dat, het is nieuw? Het is alreeds geweest in de eeuwen, die voor ons geweest zijn”, het heeft over de tijd waarin de schepping ontrouw werd aan de Schepper en dus viel, waarna God een oordeel bracht door water, zoals Petrus leerde, dan is de vraag interessant wat er toen allemaal geweest zou moeten zijn? Meer dus dan wat er in Salomo’s tijd bekend was aan wijsheid, kracht en kunde. Maar wat dan? Helaas weten we dit niet vanuit de Bijbel. Er wordt niks over gezegd. We zien het in ieder geval niet. We geloven het wel, want het staat geschreven in Zijn Woord.
Geheimen uit de oudheid
Via het bij Vlichthus verkrijgbare boek “Geheimen uit de oudheid” is het wellicht toch mogelijk om een glimp op te vangen over wat er “alreeds geweest is in de eeuwen, die voor ons geweest zijn”. In dat boek komt archeoloog Jonathan Gray, bekend van o.a. vindplaats van de doortocht door de Schelfzee, met verbazingwekkende vondsten. Niet, in ieder geval niet aantoonbaar, te verklaren in de tijden vanaf Adam. Ze getuigen van een “hogere beschaving” dan wij kennen vanaf Adam tot nut toe. Jonathan Gray noemt het “sporen van hoogstaande beschavingen”, maar plaatst deze wel in de wereld vanaf Adam.
Ik persoonlijk vind dat er wereldwijd heel veel “sporen” zijn en dat die beter te dateren zijn in de schepping van vóór dé val. Van vóór de “nederwerping der wereld” (kosmos). Zeker weten doe ik het niet. Te bewijzen valt er niets. Te overdenken des te meer. Zeker als je kennis hebt van “de wereld van over lang”. Verbazingwekkend en “niet te geloven” is wat steeds weer opduikt bij het lezen van wat er allemaal gevonden is aan “sporen”. Bijzonder interessant!