hristelijk geloof en wetenschap
Blog v. Stempvoort
0

Christelijk geloof en wetenschap

Christelijk geloof en wetenschap. Vaak wordt gezegd dat wetenschap en geloof niet samengaan. Wetenschap is namelijk gebaseerd op meetbare feiten en geloof niet. Vandaar dat, ondanks dat ongeveer 70% van de Nobelprijswinnaars Christen genoemd mag worden, vaak geroepen wordt om de afschaffing van het bijzonder onderwijs.

Het idee dat er meer is tussen Hemel en aarde dan onze (meet)instrumenten kunnen aantonen, zou onwenselijk zijn voor de vorming van onze kinderen.

Geloof is geen religie

In deze blog zal ik de term geloof gebruiken in plaats van religie. Er bestaat namelijk een groot verschil tussen geloof en religie. Religie heeft inderdaad met wetenschap weinig te maken. Net zoals religie weinig met geloof te maken heeft.

De levensbeschouwelijke visie van veel materialistische wetenschappers is evenzeer een religie als het geloof in een metafysische wereld, die we door middel van ons doen en laten kunnen beïnvloeden. Veel religieuze mensen denken dat wanneer ze zich op een bepaalde manier gedragen en (goede) handelingen uitvoeren, dat god, goden, karma of welke metafysische kracht dan ook, doet wat zij willen.

Magie en natuurwetenschap

In die zin zijn magie en de natuurwetenschappen twee kinderen van dezelfde vader. Volgens het axioma: “de wens is de vader van de gedachte”. De natuurwetenschappen bleken succesvoller resultaten te boeken dan magie. Het achterliggende idee is gelijk, namelijk: hoe zorg ik ervoor dat de materie doet wat ik wil?

Zienlijk geworden uit onzienlijk

Deze verheffing van de mens tot heerser over de zienlijke wereld is niet nieuw. Ook de verleidelijke gedachte dat de mens daarmee de hoogste bestaansvorm is blijkt al zo oud te zijn als de mensheid zelf. Toch zijn er altijd mensen geweest die zich bewust waren van het feit dat de zienlijke dingen ontstaan zijn uit onzienlijke zaken.

We kennen dit idee in de condensatie van water. Je ademt uit op een glazen raam en daar verschijnen opeens waterdruppels op. Datzelfde principe vinden we overal in de schepping. Zelfs in de wetenschappelijke theorieën die gebaseerd zijn op het idee van een oerknal vinden we ze terug. Een oneindig grote hoeveelheid energie, samengebald in een oneindig kleine ruimte, explodeerde en deze energie degenereerde langzaam tot steeds grotere en vastere materie.

Van abstract naar concreet

Dit is geheel in lijn met de Bijbelse gedachte van een hemels wezen dat heerlijkheid verliest of aflegt en vaste vorm krijgt in een lichaam. De hele schepping is op deze manier ontstaan. We vinden deze gedachte terug in vrijwel alle religies en culturen. De vooronderstelling dat de schepping van chaos tot kosmos is geordend blijkt een logische conclusie uit de orde in de materie. De fysieke realiteit blijkt te spreken over een metafysische werkelijkheid. Kort gezegd: wat we zien is een uiting, een beeld van wat we niet zien.

Deze wetmatigheden leiden het grootste gedeelte van de wetenschappers tot de conclusie dat er iets moet zijn wat niet waarneembaar is, maar waarvan de uitwerking wel meetbaar is. 

Orde in de chaos, een kwestie van Logos

Zelfs Steven Hawking kwam tot de conclusie dat het best zo zou kunnen zijn dat een scheppende God het universum en de daarin heersende orde heeft gecreëerd, maar dat het er alle schijn van had dat Hij het heelal sindsdien aan haar lot had overgelaten.

Dezelfde wetmatigheden die we overal in de natuur terug zien brachten Albert Einstein tot de conclusie dat God niet dobbelt. In de natuurwetten zit een logica en principiële voorspelbare wetmatigheden. Die leiden ertoe dat zaken theoretisch voorspeld kunnen worden zonder dat ze meetbaar waargenomen kunnen worden.

God als Klokkenmaker

Bestudering van deze wetmatigheden in de natuur leidde tot de visie van God als Klokkenmaker. Hij maakte het heelal, zette het in gang en bemoeide zich er, volgens Johannes de Sacrobosco, vervolgens niet meer mee. Een gedachte die we ook bij Leibniz nog terugvinden en zelfs in Newtons werken komt die gedachte terug, hoewel Newton van mening was dat er nog een hoop moest gebeuren van wat in de Bijbel geprofeteerd was.

Niet voor niets besteedde Isaac Newton veel meer tijd aan Bijbelstudie dan het formuleren van de natuurwetten met betrekking tot zwaartekracht en mechanica.

Wetenschap en filosofie

Enerzijds gingen de natuurwetenschappers onverstoorbaar verder in hun onderzoek van de schepping om de Schepper beter te leren kennen. Zoals Robert Boyle, bekend van zijn formule over gas, volume en druk, beweerde: “Beter begrip van de natuur is tot meerdere eer en glorie van God.” 

Anderzijds vinden we de meer filosofische geleerden, zoals Descartes, Spinoza en Leibniz, die niet zozeer de natuur als wel de menselijke rede als uitgangspunt namen. Logischerwijze komen zij in hun redeneringen wel uit bij het idee van een god, maar zoals alle door mensen bedachte goden schieten deze op ieder vlak tekort.

Als God alles geschapen heeft, wie schiep dan God?

Zoals John Lennox al zei in debat met Richard Dawkins: “Je lijkt uit te gaan van een god die een plek heeft binnen de vier dimensies en zelfs in de beperkte ruimte van de menselijke hersenpan. Ik ken niemand die daarin gelooft! De God van de Bijbel is Zelf de Schepper van Hemel en aarde. Hij was er voor het begin van de tijd. Hij heeft zowel de tijd als de ruimte Zelf geschapen. Die God kan per definitie niet door mensen bedacht worden, omdat Hij ons bevattingsvermogen ver overstijgt.”

Betekenis van de Schepping

Dat God, de Schepper, een doel heeft met Zijn Schepping moge duidelijk zijn. Net zoals het feit dat Hij op alle mogelijke manieren met ons in contact probeert te komen. Denk bijvoorbeeld aan de tekens van de zogenaamde dierenriem. Deze sterrenbeelden doen hun naam eer aan, ze beelden iets uit. Het zijn tekens met betekenis. Meer over dit onderwerp leest u bijvoorbeeld hier: Christus in de sterren.

Het Christelijk geloof: een vruchtbare levensbeschouwing

Het Christelijk geloof staat geenszins op gespannen voet met de natuurwetenschappen. We hebben een doorlopende lijn van gelovigen, die uitstekende en baanbrekende wetenschappers waren. Tot op de dag van vandaag plukken we elke dag de vruchten van hun onderzoek. We hebben er onze huidige levensstandaard aan te danken.

Denk bijvoorbeeld aan Michael Faraday, Gregor Mendel, John Dalton, Florence Nightingale, Allesandro Volta, Werner Heisenberg, John Fleming, en Samuel Morse (om er maar enkele te noemen). Stuk voor stuk zeer gerespecteerde wetenschappers met aanzienlijke baanbrekende bijdragen op hun vakgebied. Allemaal oprechte Christenen met een goed doordacht geloof. Dat was niet in strijd met hun wetenschappelijke ideeën, maar was er juist de grondslag van.

Dat de ideeën over God per mens verschillen is logisch. Ieder mens heeft andere gezichtspunten over alles wat bestaat. Maar het Christelijk geloof is volgens Charles Babbage, de uitvinder van de computer, bij uitstek gericht op het welbevinden van alle levende wezens.

Wetenschap kan niet concluderen dat God bestaat

Dat er aan de materialistische levensbeschouwing een religieuze visie ten grondslag ligt blijkt wel uit de vooronderstelling dat iets niet bestaat als het niet meetbaar aangetoond kan worden. De oorsprong van het fysieke ligt in het metafysische, volgens Max Planck. Ook volgens Schrödinger schiet het materialisme tekort als wetenschappelijk model. Echter, zoals Cees Dekker al verklaarde: “Een wetenschappelijke verklaring voor een fenomeen kan niet zijn dat God bestaat. Onverklaarbare resultaten kunnen hooguit leiden tot aanpassing van het model en uitbreiding of wijziging van de theorie.”

De huidige opvatting van de wetenschap heeft eerst God buitengesloten. Daarna is men op onderzoek gegaan naar mogelijke verklaringen voor de werkelijkheid, voor zover we die waarnemen.

Niets nieuws onder de zon

Het atheïsme als religieuze levensbeschouwing, want dat is het wel degelijk, is niet nieuw. 3000 jaar geleden vinden we dit idee al verwoord in de Psalmen. Via Mozes en Plato is religie altijd hand in hand gegaan met menselijke filosofie.

Maar waar in diezelfde Psalmen de gelovige vergeleken wordt met een boom, geplant aan waterstromen, doet de materialistische evolutionistische atheïst eerder denken aan een narcis: starend in de spiegel van het wateroppervlak en verlangend naar wat zou kunnen zijn. De narcis groeit ook aan een waterstroom, maar waar de boom (als beeld van de gelovige) vruchten voortbrengt, waar de mens van geniet en zich mee voedt, zijn narcisbollen uiterst giftig.

Wat de Schepper wil zeggen met Zijn Schepping

Het wordt allemaal uitgebeeld in het verhaal van de schepping. Maar zoals de Nobelprijswinnaar Roger Sperry al zei: “De betekenis van de boodschap kan niet worden gevonden in het papier of in de inkt.” 

Meer weten?

Lees de Bijbelstudie Typologie in de natuur.


Christelijk geloof en wetenschap

Christelijk geloof en wetenschap

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *