Samenvattingen
1

Het ambt in de Gemeente

Het ambt in de Gemeente is een zeer essentieel, maar ook een zeer omstreden onderwerp. Hierbij gaat het natuurlijk om het gezag en de organisatie in de kerk. Die vraag raakt de hele kerkgeschiedenis.

Wat verstaan we eigenlijk onder de term ‘ambt’? Van Dale zegt hierover het volgende:

1. Openbare betrekking waarin men door de overheid of enig erkend gezag benoemd wordt; post, bediening:

Gezag van bovenaf benoemt in bepaalde functie

Het is dus niet zo’n populaire zaak, want er is ergens gezag van bovenaf en door dat gezag word je in een bepaalde functie benoemd. Het zou beter zijn dat je van onderaf in het ambt gesteld wordt. Iemand die in het ambt gesteld is zou je ook een minister kunnen noemen, zoals bijvoorbeeld de Engelsen doen: minister = dienaar.

Het ambt van burgemeester, van onderwijzer, van dijkgraaf; Je kunt een ambt aanvaarden, vervullen, uitoefenen, bekleden, neerleggen; (Het verstand komt met het ambt; meestal scherts. Betekenis: als men een ambt aanvaardt, krijgt men vanzelf de nodige bekwaamheid. In een anders ambt treden. Betekenis: doen wat een ander toekomt te doen.)

2. Een geestelijke bediening, officium: dienst of taak waartoe de drager geroepen en  bevoegd is. 
Het ambt van predikant, diaken; de vrouw in het ambt; In het ambt staan: dominee of predikant zijn: (r.k.) de ambten van Christus, t.w. die van priester, leraar en koning.   

3. (vroeger, gewestelijk) schoutenambt, heerlijkheid,  markizaat, baronie, Ambt­Delden.

Ambt‐Delden is de aanduiding van een gebied waarover een ambtenaar gezag heeft.

Komen we in de Gemeente tegen dat mensen van bovenaf in het ambt gesteld worden? Niet in onze kringen. Ambten komen in de Bijbel ook niet voor, al is het zo dat er in de Gemeente gegeven zijn sommigen tot herders en leraars (Efeze 4 : 11). Men beschouwt zo iemand dan als ambtsdrager, maar het is maar net hoe je het definieert. Het woord ‘ambt’ komt in de Bijbel wel voor, maar dan alleen als ‘priesterambt’ en ‘opzienersambt’. En nu gaat het om de interpretatie van dat woord. 

God stelt “ambtenaren” aan

Het is een Bijbelse gedachte dat gelovigen van bovenaf worden aangesteld in een bepaalde betrekking, of, zoals Van Dale dat noemt, een officium. God stelt ‘ambtenaren’ aan. Hij Zelf geeft gemeenteleden een bepaalde functie. En die functies worden ook door gemeenteleden aan elkaar doorgegeven. Die functie is een verantwoordelijkheid en die verantwoordelijkheid kan aan een ander worden doorgegeven.

Dit betekent, dat als je zelf niet in staat bent om een bepaalde verantwoordelijkheid na te komen, je ervoor zorgt dat je vervanging vindt. Zo gaat dat niet alleen in de Gemeente, maar net zo goed in de burgermaatschappij. Uiteindelijk moet je toch zelf verantwoording afleggen over je aangegane verplichtingen, ook al heb je die doorgegeven aan een ander.


Het ambt in de Gemeente

Het ambt in de Gemeente

Een reactie op "Het ambt in de Gemeente"

  1. Beste Barth,

    “Wat verstaan we eigenlijk onder de term ‘ambt’? Van Dale zegt hierover het volgende:

    1. Openbare betrekking waarin men door de overheid of enig erkend gezag benoemd wordt; post, bediening:”

    Toch is het kerkelijk ambt in de Gemeente van een andere orde. Het komt namelijk van al zo hoge, van al zo veer. Om dit te begrijpen is het evangelie van Matheus hoofdstuk 16 belangrijk, waar Petrus belijdt dat Jezus de Zoon is van de levende God. Vervolgens geeft Jezus antwoord dat dit niet door mensen is ingegeven. Bij deze gebeurtenis sticht hij zijn Gemeente en hij belooft Petrus de sleutels van het Koninkrijk te geven. De omstanders hebben direct begrepen dat aan Petrus een ambt (bestuursmacht) geschonken werd. Het gaat terug op Jes. 22, 22, wanneer de koning op reis gaat en dat deze een plaatsvervanger aanwijst. Een dergelijk ambt, wordt doorgegeven aan de volgende generaties, totdat de koning terugkomt. Dit ambt is van bovenaf aan ons geschonken, geen menselijk bedenksel dus. Zo is die ene Gemeente die door Jezus gesticht is door alle eeuwen haar weg gegaan. Uit de bijbel blijkt dat dit ambt van boven komt, zonder Petrus geen Gemeente, vandaar uit vloeien alle andere kerkelijke ambten.
    Alleen op die wijze staan wij tot op de dag van vandaag in contact met de Gemeente waarvan sprake is in Mat 16.

    “Het zou beter zijn dat je van onderaf in het ambt gesteld wordt.”

    Dit hebben Luther, Calvijn, Zwingli. Knox, Smith, Russell en al die anderen gedaan, die zichzelf als Petrus hebben aangewezen. By what authority? Een als je het niet met elkaar eens bent, dan sticht je een denominatie volgens jouw inzichten of je gaat als “eenmanskerk” verder. Individualisering van het geloof wordt dat genoemd, Luther heeft daar een begin mee gemaakt. Hij heeft niet kunnen vermoeden dat er zo`n 500 jaar later tienduizenden kerkgenootschappen zouden zijn, die allemaal iets anders leren. En er komen er nog dagelijks bij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *