Genesis 14 : 18
En Melchizédek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester des allerhoogsten Gods.
De koning van Bela, dat is Zoar, had geen naam. Als Sódom, Gomórra, A’dama en Zebóïm verwoest worden, vlucht Lot naar Zoar. Wat nu de Zoutzee is, heette vroeger het dal Siddim. Dat is hetzelfde als Sódom. Het hele land stond op z’n kop. Het merkwaardige is dat Abram zich daar niets van aantrok.
De verschijning van Melchizédek komt overeen met de opstanding van Christus. Melchizédek is een type van Christus. Hij was koning en priester. Christus, de Opgewekte, is Hogepriester naar de ordening van Melchizédek, juist vanwege Zijn opstanding.
Hebreeën 7 : 1
Want deze Melchizédek was koning van Salem, een priester des allerhoogsten Gods, die Abram tegemoet ging, als hij wederkeerde van het slaan der koningen, en hem zegende;
Het slaan der koningen staat in uitdrukkelijk verband met de verschijning van Melchizédek. De verovering van Sódom en Gomórra, en de herovering daarvan door Abram, en zijn verschijning is daarom één verhaal. Althans, typologisch is het één verhaal.
Te niet gedaan, degene, die het geweld des doods had
Het slaan der koningen heeft te maken met het einde van het Oude Verbond. De overheden en machten heeft Hij uitgetogen en in het openbaar tentoongesteld. Hij heeft te niet gedaan, degene, die het geweld des doods had, dat is, de duivel. De hele oorlog in Genesis 14 heeft te maken met de dood van de Here Jezus en met het einde van het Oude Verbond en dus met de bevrijding van Israël van de wet.