Samenvattingen
0

Het overblijfsel

Romeinen 11 : 1-6

Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israëliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin.
God heeft Zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij te voren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de Schrift zegt van Elía, hoe hij God aanspreekt tegen Israël, zeggende:
Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel.
Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baäl niet gebogen hebben.
Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.
En indien het door genade is, zo is het niet meer uit de werken; anderszins is de genade geen genade meer; en indien het uit de werken is, zo is het geen genade meer; anderszins is het werk geen werk meer.

Heeft God Zijn volk echt verstoten?

Is de kerk in de plaats gekomen van Israël? Of: heeft God Zijn volk echt verstoten? Paulus is daar heel duidelijk in. God heeft Zijn volk niet verstoten. Verstoten = weggooien.

Elía dacht dat hij nog alleen overgebleven was, maar hij had 7000 man over het hoofd gezien. Zo is het met ons ook. Als je zo om je heen kijkt, dan lijkt het alsof er niet veel mensen meer zijn die nog echt in het Woord van God geloven, maar ook wij zijn niet alleen overgebleven. We weten echter nooit precies waar die andere overgebleven gelovigen zijn.

Zo was het ook in de tijd van Paulus. Het leek wel of God Zijn volk verstoten had, maar dat was niet zo. Paulus ontleent die conclusie aan de geschiedenis van Elía (zie vers 5).

Genade gaat zonder werk

Zowel in Paulus’ tijd, als in deze tegenwoordige tijd zijn er gelovigen die zich niet gebogen hebben voor Baäl. Wie dat dan ook maar mag zijn, maar het zou bijv. de god van deze eeuw kunnen zijn. De gelovigen leven of werken niet voor de Baäl, of de god van deze eeuw, maar zij leven uit de genade Gods. Genade gaat zonder werk en werk heeft absoluut niets met genade van doen.

Wie we tegenwoordig nog kunnen rekenen tot degenen die naar de genade Gods leven, is moeilijk te zeggen, maar het lijken er niet veel te zijn. Vrijwel alle kerken laten zich leiden door de wet en dus door werken. Dat is niet leven naar de genade Gods.

Religie is niet uit God

Het christendom wordt beschouwd als één van de grote wereldgodsdiensten. Religie is niet uit God. Dat kan eenvoudig niet omdat godsdienst uit werken bestaat. Daar moet je dus niet wezen. Waar het om gaat, is dat je toegevoegd wordt aan de Gemeente van Christus. Dat zijn degenen die zalig worden en alleen zij!

Wij zijn verlost geworden van de dienstbaarheid, van de wet en van werken. We zijn dus verlost geworden van godsdienst en dus zijn we niet meer religieus. Voorzover er een godsdienst bestaat die op één of andere wijze Bijbels verantwoord is, dan is dat het Judaïsme, maar ook daarvan zijn we verlost.


Het overblijfsel
Het overblijfsel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *