De oorsprong ligt in het geestelijke. Vraag een bioloog waarom vogels naar het zuiden vliegen of hoe spinnen weten hoe ze hun web moeten bouwen, dan komt hij of zij met termen als ‘instinct’. Instinct definieert men als een aangeboren gedragspatroon, maar hiermee is nog geen antwoord gegeven op de vraag waaróm dieren bepaald gedrag vertonen. Instinct blijkt een soortspecifiek en erfelijk vastgelegd gedragspatroon te zijn. De communicatie bij dieren blijkt instinctief. Weliswaar is de variatie afhankelijk van de complexiteit van de hersenen, maar dat is een kwestie van oorzaak en gevolg, niet van reden en doel.
Magie en de natuurwetenschappen lijken tegenpolen, maar in wezen zijn ze nauw verwant aan elkaar. Beide komen voort uit het menselijk verlangen om de materie te laten doen wat de mens wil. We hebben in de loop der eeuwen gemerkt welke methoden resultaat opleveren. We zijn steeds meer in staat om tot op steeds kleinere niveaus processen te manipuleren, we hebben wetmatigheden ontdekt in de natuur en denken daarmee vastgelegd te hebben waaróm ze zo werken. Vergelijk het met een hefboom: we weten dat als het ene eind omlaaggaat, het andere eind omhooggaat. Afhankelijk van de lengte van beide armen merken we hier meer of minder van. We zijn vervolgens lang bezig geweest met het bestuderen en manipuleren van de materie en de effecten ervan.
In beide gevallen kennen we de patronen, weten we wat we kunnen verwachten. De manier waarop de levenloze materie zich ‘gedraagt’ en de instincten die de gedragingen van de levende natuur bepalen, zijn ons zo bekend als de werking van ons eigen lichaam. Bij ons lichaam echter weten wij niet slechts hoe, maar veelal ook waartóe het zich beweegt.
De wetenschap ontwikkelt zich in razend tempo, zeker sinds de uitvinding van de elektronica. Met behulp van computers rekenen we en modelleren we, maar nimmer ontstijgt het antwoord ons bevattingsvermogen. Steeds dieper gaan wij op de stof in, steeds kleiner zijn de bestanddelen waaruit de deeltjes zijn opgebouwd. Nooit raken wij echter de kern van de zaak. Het hele wetenschappelijk systeem is als iemand die door een microscoop kijkt naar een object onder het dekglas van een preparaat. Men kijkt echter niet naar het te bestuderen object, maar naar het glas en vergroot steeds meer de lijmrand waarmee het dekglas aan het objectglas zit vastgelijmd en men heeft niet door dat dit niet is wat er getoond wordt.
Dit doet mij denken aan het verhaal van een geroemd schilder die een prachtig kunstwerk toonde. Het publiek verwonderde zich over de verbeeldingskracht en de diepe gelaagdheid van het vertoonde tafereel. Toen kwam er een kunstkenner, hij keek naar de lijst en ging zich steeds meer verdiepen in de houtsoort, de dikte, de stevigheid en de leeftijd van de lijst van het schilderij. Steeds meer wist men over deze omlijsting te vertellen. De boodschap van het schilderij verdween echter naar de achtergrond en langzamerhand uit het geheugen van de mensheid.
We weten ook steeds beter hoe ons eigen lichaam werkt. Vraag willekeurige personen hoe het komt dat wij bewegen en ze zullen u vertellen over spieren, botten en gewrichten. Maar dat is niet waardoor wij bewegen. Wij bewegen, omdat onze geest besloten heeft ergens naartoe te willen en we hebben in de loop van onze eerste levensmaanden geleerd hoe we ons lichaam moeten besturen. Vervolgens zet onze geest bepaalde hersencentra aan waardoor zenuwen gestimuleerd worden om spieren te laten samentrekken en zodoende onze ledematen te laten bewegen. De oorsprong is dus niet gelegen in het materiële of in het fysieke, maar in het geestelijke.
Gebeurtenissen, bewegingen, patronen, wetmatigheden: ze hebben een doel, ze vertellen een verhaal! De werkelijk grote wetenschappers der mensheid waren hiermee bekend. Zij waren niet slechts natuurwetenschappers, maar zij waren in de eerste plaats theologen en zelfs theofielen. Zij wilden meer over de Schepper leren en gingen daarom de schepping bestuderen. Wanneer men echter uit het oog verliest dat wat we zien een uiting – een beeld is – van wat we níet zien, dan verliezen we het doel uit het oog. Wanneer men te zeer oog heeft voor het materiële en het geestelijke buiten beschouwing laat, dan dwalen we doelloos rond. Zoals Herman Finkers eens zei: “Die hele wetenschap is stoerdoenerij.” De wetenschap is als die jongen die jarenlang lid was geweest van een bende. Hij was gevreesd en berucht, maar toen men eenmaal door zijn reputatie heen prikte en hem liet zijn wie hij werkelijk was, knakte hij en gaf zich gewonnen. Toen men hem vroeg: “Waarom toch al die grootspraak, die mooie praatjes, waarom al die stoerdoenerij?” was het ontredderde antwoord: “Het is alles wat ik heb.”
De mens is méér dan een lichaam. Wanneer we naar de kapper gaan en ons haar afknippen verliezen we niet een deel van wie we zijn. Wanneer we onze nagels knippen, raken we niet een deel van onszelf kwijt.
[highlight bgcolor=”#fff” txtcolor=”#f23737″]De mens ís een geest en de mens hééft een lichaam. Niet slechts de mens, maar de hele schepping vindt haar oorsprong in het geestelijke. De dingen die wij zien, zijn ontstaan uit de dingen die wij niet zien.[/highlight]
De wetenschapper die het gedrag van dieren afdoet als instinct, geeft hiermee eigenlijk aan dat hij niet weet hoe het gedrag tot stand komt. We weten niet wat instinct is, we weten niet wat alle krachten zijn die het gedrag van natuurwetten bepalen.
We zijn als de man die een stel waterkevertjes ziet lopen over het water en zich afvraagt: “Wat schrijven jullie toch?” Het is een gedicht van Guido Gezelle, genaamd “Het Schrijverke”. Het verwoordt niet slechts het doel en de betekenis van het gedrag van dat ene diertje, maar van alle sterren, planeten, elementen en van alle planten en dieren:
“Wij schrijven,” zo sprak het, “al krinklen af
het gene onze Meester, weleer,
ons makend en lerend, te schrijven gaf,
één lesse, niet min nochte meer;
wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
niet lezen, en zijt gij zo bot?
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nóg,
de heilige Name van God!”
De oorsprong ligt in het geestelijke
De oorsprong ligt in het geestelijke
Ware kunst is het geestelijke omzetten in vorm, zoals de tabernakel, maar daartoe moet men wel geschikt gemaakt worden door God Die Geest is. Een hartelijke broedergroet Willen van Piet uit Schagen.