Handelingen 29, want Handelingen kent in de Bijbel 28 hoofdstukken. Hierbij hoofdstuk 29. Handelingen 29 is een aprocrief hoofdstuk. Interessant voor wie meer over de “handelingen der apostelen” (zie boekenlijst Vlichthus) wil weten. En voor wie bekend is met de 10-stammen Israëls.
Paulus in Londen
Het hoofdstuk gaat over o.a. de reizen van de apostel Paulus. Bijvoorbeeld naar Brittanië, waar hij geruime tijd verbleef en werkzaam was. Vers 9 zegt o.a. dat Paulus naar Mount Lud ging, in wat wij nu kennen als Londen in Engeland. De oorspronkelijk naam van de door Brutus van Troje gestichte stad was Troia Nova (Nieuw Troje). Op Ludgate Heuvel staat niet voor niets de St. Pauls Cathedral.
Handelingen 29
1. En Paulus, vervuld met de zegen van Christus, en rijk zijnde in de Geest, vertrok uit Rome, besloot naar Spanje te gaan, want hij had reeds lange tijd plannen herwaarts te reizen, en had ook gedacht van daar naar GrootBrittannië te gaan.
2. Want hij had in Phoenicië gehoord dat sommigen van de kinderen Israëls, omstreeks de tijd van de Assyrische ballingschap, ontsnapt waren over zee, naar de verre eilanden, zoals genoemd door de Profeet Esdra (Ezra apocrief), door de Romeinen Brittannië genaamd.
3. En de Heer beval dat het evangelie zou worden gepredikt ver vandaar aan de Heidenen (naties), en aan de verloren schapen van het Huis van Israël. (Handelingen 9:15, 22:21)
4. En Paulus getuigde moedig en onbelemmerd van Jezus, voor rechtbanken en voor het volk, en hij nam sommigen van de broeders die met hem in Rome geweest waren, en zij scheepten in te Ostria, en met een gunstige wind, werden zij veilig in een haven in Spanje gebracht.
5. En veel mensen verzamelden zich uit de (omliggende) steden en de dorpen, en het heuvelland; want zij hadden gehoord van de bekering van de Apostel, en de vele wonderen die hij gedaan had.
6. En Paulus predikte vol van kracht in Spanje, en de grote massa’s geloofden en werden gered, want zij onderkenden dat hij een door God gezonden Apostel was.
7. En zij vertrokken uit Spanje, en Paulus en zijn metgezellen vonden een schip in Armorica, dat hen naar Groot-Brittannië zou brengen. Zij vertrokken, en varend langs de zuidkust (van Engeland) vonden zij een haven, genaamd Raphinus. (Dit is de Romeinse naam voor Sandwich, in Kent. In de tijd van de Saksen stond er in Sandwich nog steeds een oud huis, genaamd ‘Huis der Apostelen’.)
8. Nu toen het alom bekend werd dat de Apostel op hun kust was aangekomen, ontmoetten grote groepen inwoners hem, en zij ontvingen hem hartelijk. Hij kwam hun stad binnen door de Oostpoort, en verbleef in het huis van een Hebreeër, een uit zijn eigen volk.
9. Des Morgens stond hij op, en kwam op Mount Lud (Ludgate Heuvel en Broadway waar de St. Pauls Cathedral in Londen, Engeland, staat) en de mensen dromden samen bij de poort, en vergaderden in Broadway, en hij predikte hen Christus en zij geloofden het Woord en het getuigenis van Jezus.
10. Des Avonds viel de Heilige Geest op Paulus en hij profeteerde, zeggende: Ziet, in de laatste dagen zal de God des Vredes verblijven in de steden, en de inwoners zullen geteld worden, en bij de zevende telling zullen hun ogen worden geopend, en de glorie van hun erfenis zal hen bekend worden. De volken zullen komen om te aanbidden op de berg, is het getuigenis van de lankmoedigheid en lijdzaamheid van een dienstknecht van de Heer.
11. En in de laatste dagen zullen nieuwe berichten van het Evangelie uit Jeruzalem komen, en de harten van de mensen zullen zich verheugen, en ziet, fonteinen zullen geopend zijn en er zal geen plaag meer zijn.
12. In die dagen zullen er oorlogen en geruchten van oorlog zijn; en een koning zal opstaan, en zijn zwaard zal zijn voor het helen van de volken, en zijn vrede zal een blijvende vrede zijn, en de heerlijkheid van zijn koninkrijk een wonder onder prinsen.
13. En het gebeurde dat sommigen van de Druïden naar Paulus persoonlijk kwamen, en het werd duidelijk door hun riten en ceremonieën, dat zij afstammelingen waren van de Joden (Judeeërs) die ontsnapt waren uit de ballingschap in Egypte, en de Apostel geloofde deze dingen, en hij gaf hen de kus van vrede.
14. En Paulus verbleef drie maanden in zijn woning, bevestigende het geloof, en predikte Christus voortdurend.
15. En na deze dingen vertrokken Paulus en zijn broeders van Raphinus en voeren naar Atium in Gallië.
16. En Paulus predikte het Romeinse garnizoen en onder de mensen, vermanende de mensen hun zonden te belijden en zich te bekeren.
17. En tot hem kwamen sommigen van de Belgen om hem te ondervragen over de nieuwe leer, en over de mens Jezus, en Paulus opende zijn hart voor hen, en vertelde hen van de dingen die hem waren overkomen, en dat Jezus in de wereld gekomen is om zondaren te redden, en zij vertrokken, en spraken met elkaar over de dingen die ze hadden gehoord.
18. En na veel prediken en zware arbeid, kwamen Paulus en zijn medearbeiders in Helvetië (Zwitserland) en kwamen bij de berg genaamd Pontius Pilatus, waar hij die de Heer veroordeeld had zichzelf jammerlijk van het leven beroofd had.
19. Onmiddellijk ontsprong een bergstroom uit de berg en spoelde zijn lichaam, gebroken in stukken, in een meer. Selah!
20. en Paulus strekte zijn handen uit over het water, en bad tot de Heer, zeggende; O Heer, God, geef toch een teken aan alle volken, dat Pontius Pilatus, die Uw eniggeboren Zoon veroordeeld heeft, hier aan zijn einde gekomen is.
21. En terwijl Paulus nog sprak, zie, er kwam een grote aardbeving, en het wateroppervlak van het meer veranderde en beeldde de Zoon des Mensen uit, in doodsangst, hangende aan het kruis.
22. En een stem kwam uit de hemel zeggende: zelfs Pilatus is ontkomen aan de toekomende toorn, want hij waste zijn handen voor de menigte, toen het bloed van Jezus vergoten werd.
23. En daarom verheerlijkten zij God, (namelijk) Paulus en die met hem waren en de aardbeving gezien hadden, en de stem van de engel gehoord hadden, en zij werden krachtig versterkt in de Geest.
24. En zij reisden af, en kwamen bij de berg Julius, waar twee opgerichte stenen stonden, een aan de rechterzijde, en een aan de linkerzijde, opgericht door Keizer Augustus.
25. En Paulus, vervuld zijnde met de Heilige Geest, stond tussen de twee stenen, zeggende: Mannenbroeders! Deze stenen die jullie vandaag zien, zullen getuigen van mijn verre reis, en voorwaar zeg ik jullie: zij zullen blijven staan tot de uitstorting van de Geest op alle volken, de weg zal niet worden belemmerd door alle geslachten heen.
26. En zij gingen verder, en kwamen in Illtricum, met de bedoeling door Macedonië naar Azië te gaan, en de genade werd gevonden in alle kerken, en zij bloeiden en hadden vrede. Amen!