A. Klein Haneveld
0

1 en 2 Petrus – 93

1 en 2 Petrus – Studie nr. 93 uit de serie “De gedachte is …”

2 Petrus 3 : 14-16

Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede;
En acht de lankmoedigheid onzes Heeren voor zaligheid; gelijkerwijs ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid, die hem gegeven is, ulieden geschreven heeft;
Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke sommige dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste mensen verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf.

De lankmoedigheid onzes Heeren

De gedachte is dat onze toekomstverwachting, “verwachtende deze dingen”, m.b.t. heerlijkheid en dergelijke, bepalend is voor ons praktische leven nu. “De lankmoedigheid onzes Heeren” slaat op het uitblijven van Zijn wederkomst. In vers 9 stond al dat de Heer lankmoedig over ons is. Hij geeft ons de tijd om “waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt” te wandelen (Efeze 4 : 1) en daarmee Christus te dienen.

Want waar wij Hem dienen en “onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede”, betekent dat zaligheid voor ons. Naar de ziel, wel te verstaan. In ons praktische leven dus. Daarover zei de Apostel al in 1 Petrus 4 : 2: “Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den tijd, die overig is in het vlees, te leven.” Hem dienen dus, was de bedoeling.

Realiseren waartoe wij geroepen zijn

In 2 Petrus 3, noemt de Apostel het doel van deze Brief, namelijk gelovigen opwekken tot leven uit geloof, tot leven gewijd aan de dienst van God. Daarvan zal hij “niet verzuimen ons altijd daarvan te vermanen, hoewel wij deze dingen wellicht weten”, zoals in 1 Petrus 1 : 12 gezegd wordt. Het is bepaald niet verkeerd om die dingen te herhalen voor jezelf en eventueel voor elkaar. In de Bijbel heet dat “vermanen” (= “in herinnering brengen”). Bij voorkeur dagelijks, om ons te realiseren waartoe wij geroepen zijn, waarheen wij onderweg zijn. 

Petrus verwijst naar Paulus

Petrus verwijst v.w.b. die “zaligheid van de ziel” naar de apostel Paulus. Natuurlijk wist Petrus deze dingen, hij had ze van Paulus geleerd, zo blijkt. Het is kennelijk de bedoeling dat hemelse zaken m.b.t. de Gemeente bekend gemaakt zouden worden door Paulus. Dat wordt lang niet altijd herkend of erkend en dus zegt Petrus: “in welke sommige dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste mensen verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf”. Je bent dus gewaarschuwd als je die Brieven van Paulus leest, en wel door Petrus.

2 Petrus 3 : 1-3

Dezen tweeden zendbrief, geliefden, schrijf ik nu aan u, in welke beide ik door vermaning uw oprecht gemoed opwekke;
Opdat gij gedachtig zijt aan de woorden, die van de heilige profeten te voren gesproken zijn, en aan ons gebod, die des Heeren en Zaligmakers apostelen zijn;
Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen spotters komen zullen, die naar hun eigen begeerlijkheden zullen wandelen,

Het “vlees” voor dood houden

Wij, wedergeboren kinderen Gods, maken deel uit van een koninklijk en priesterlijk volk (de Gemeente) en “adeldom verplicht” nu eenmaal. Wij zouden ons daarom “onthouden van de vleselijke begeerlijkheden”. Dat blijft een in hoge mate moeilijke opgave. Hoe ontkomen wij aan de “begeerlijkheden des vleses?” Door ons anders te oriënteren!

Zolang wij bezig zijn met onze eigen menselijke omstandigheden en positie, brengt dat automatisch activiteit van het vlees mee. Dan worden die begeerlijkheden ontwikkeld. (Jakobus 1 : 14, 15) En dat is niet bepaald de bedoeling, volgens Paulus. De enige manier om daar van af te komen, is te kiezen voor het alternatief en het “vlees” voor dood houden. Dus: “wandelt door de Geest” en zo “volbrengen wij de begeerlijkheden het vlees” dus niet. (Galaten 5 : 16, 17)

De “spotters”

Toen Petrus leefde waren er al “spotters”. Daarmee wordt niet gedoeld op volstrekt ongelovigen, want dat staat er niet. De spotters zijn diegenen die zich in de praktijk van hun levenswandel van God niks aantrekken, want er staat: “die naar hun eigen begeerlijkheden zullen wandelen”, namelijk naar vleselijke, aardse beginselen.

De gedachte is dat men wel degelijk het Woord Gods kent, maar er zich in de “wandel”, dat is het praktische leven, niets van aantrekt. Wedergeboren mensen worden hier dus door Petrus als “spotters” aangeduid. D.w.z. men spot met het Woord Gods. Niet zozeer omdat men rechtstreeks kritiek heeft op het Woord Gods, maar omdat men er zich niets van aantrekt.

Bewust zijn van de wedergeboorte

De apostel Petrus spreekt over wedergeboren mensen, die tot geloof zijn gekomen in de Here Jezus, maar zich kennelijk niet bewust zijn dat deze wedergeboorte was “tot een onvergankelijke, onverderfelijke en onverwelkelijke erfenis”. (1 Petrus 1 : 4) Want in de praktijk van het leven blijken deze gelovigen te leven volgens “de eerste beginselen der wereld”. Zij leven naar het vlees. Op dezelfde wijze als door de apostel Paulus uitgebreid beschreven is in beide Korinthe-brieven.

Het loon der ongerechtigheid

Petrus heeft het over gelovigen, die “als onredelijke dieren” (Vers 12) zonder verstand “de natuur volgen”, hun instinct volgen dus. Zij zullen geconfronteerd worden met “het loon der ongerechtigheid”, in vers 13 van 2 Petrus 2. Dat is ongeveer het centrale thema van heel deze Brief.

Als gelovigen zouden wij niet opnieuw leven, of verder leven, volgens de beginselen van de wereld en volgens het instinct van de natuurlijke mens. Wanneer wij tot geloof komen, worden wij geacht onze levens aan de Heer ter beschikking te stellen en te realiseren dat wij “duur gekocht” zijn. (1 Korinthe 6 : 20; 7 : 23)

Wij zijn eigendom des Heren geworden en daarmee niet langer slaven van de zonde, van de dood en van het vlees, maar dienstknechten van Jezus Christus. 


Deze studie is beschikbaar als gratis PDF – Wire-O ingebonden op papier kan via de printshop (bijv. onlyprint.nl)


1 en 2 Petrus

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *