A. Klein Haneveld
0

Kolossenzen – 95

Kolossenzen – Studie nr. 95 uit de serie “De gedachte is …”

Kolossenzen 1 : 12, 13 en 3 : 1-3

Dankende den Vader, Die ons bekwaam gemaakt heeft, om deel [te hebben] in de erve der heiligen in het licht;
Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde;

Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechter [hand] Gods.
Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God.

Filosofie en beginselen der wereld

De gelovige Kolossenzen hadden kennelijk de neiging te leven vanuit ver doorgevoerde menselijke filosofie en beginselen der wereld. Dat is echter duisternis, want Bijbelse Waarheid kan niet gekend worden door filosofie uit de mens. God heeft ons daarom in het licht gebracht en onze ogen geopend. God heeft “ons getrokken uit de macht der duisternis” en geplaatst “in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde”.

Gebruiken wij die kracht van het licht? Leven wij daaruit? Wandelen wij daarin? Er zijn helaas heel wat wedergeboren mensen die in de praktijk in de duisternis wandelen. Die het licht eigenlijk niet kennen en zelfs ook niet willen zien. Dat is hun eigen verantwoordelijkheid, maar ze hebben geen excuus, want God heeft ons uit de macht (de heerschappij) der duisternis getrokken. Wij zouden daar vervolgens gebruik van maken, zodat de duisternis (zonde, wet en dood, de duivel) over ons niet zou heersen. Christus “in Denwelken al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn”. (2 : 3) zou over ons, wedergeboren kinderen Gods, heersen.

Zoekt de dingen, die boven zijn

Wij zijn “Christus deelachtig geworden” (Hebreeën 3 : 14) en daarom zouden wij de dingen van Christus zoeken. Automatisch wordt het dan “zoekt de dingen, die boven zijn”, want daar is Christus. In de hemel dus en niet op de aarde, zoals er voor de duidelijkheid bij gezegd wordt. “Zoekt” is in vers 2 “bedenkt”. “Boven” is Christus, “zittende aan de rechter[hand] Gods”. Hebreeën 2 : 9: “Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond”. De Here Jezus, de “overste Leidsman hunner zaligheid” (Vers 10) en daarmee de “overste Leidsman en Voleinder des geloofs”. (12 : 2) We zouden op Hem zien en Zijn navolgers zijn.

Ons “burgerschap”, ons hele praktische leven, want dat is de betekenis van “onze wandel” in Filippenzen 3 : 20, zou in de hemel zijn. Al wat ons overkomt, al wat ons “wedervaart”, (Prediker) zou in elk geval van Godswege ten goede gebruikt worden om ons te leiden naar onze erfenis, naar onze “aanstelling tot zonen”. (Romeinen 8)

“Een scherpe doorn in het vlees”

Op de laatste twee bladzijden van deze studie wordt uitleg gegeven over “een scherpe doorn in het vlees”, die de apostel Paulus ervaart en waarover hij vertelt in 2 Korinthe 12 : 7. Men zegt dat dit een lichamelijke kwaal geweest moet zijn en dus zal het wel zijn oogkwaal geweest zijn. Dat is zelfs een heel hardnekkig verhaal, maar uit de context blijkt dat het anders in elkaar steekt.

Dit onderwerp komt aan de orde i.v.m. Kolossenzen 4 : 3: “Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur des Woords opene, om te spreken de verborgenheid van Christus, om welke ik ook gebonden ben”. 


Deze studie is beschikbaar als gratis PDF – Wire-O ingebonden op papier kan via de printshop (bijv. onlyprint.nl)


Kolossenzen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *