Orthodoxe Joden zijn in de afgelopen ruim 100 jaar bepaald geen vrienden geweest met het Zionisme. Orthodoxe Joden willen wel in dat “heilige land” wonen, in afwachting van de komst van de Messias. Maar men wil aan de andere kant geen onderdeel zijn van die staat, met de voor hen verfoeilijke naam Israël.
G. Neuburger
Onlangs zag ik een artikel, hoofdzakelijk bestaande uit een lezing van een G. Neuburger. Over wie dat is, of was, is op internet niet echt wat te vinden. Er wordt van gezegd: “De naam “Neuburger” is wel een bekende Joodse achternaam, met diverse vermeldingen in Nederlandse en Europese Joodse familiearchieven, maar een directe koppeling aan G. Neuburger is daarin niet geverifieerd terug te vinden. Zijn persoonlijke en familieachtergrond blijft onbekend, behalve zijn optreden als schrijver/activist binnen de anti-zionistische orthodox-Joodse stroming“.
In het boek “Zionism & racism: proceedings of an international symposium“, uit 1977, staat het originele artikel “The Difference Between Judaism an Zionsm”. Van de schrijver G. Neuburger wordt verteld: “G. Neuburger is organisator van internationale beurzen, dichter en medeoprichter van Neturei Karta in de VS. Hij was voorzitter van de Agadath Israel World Youth Organization en organisator van het laatste Wereldcongres van Agadath Israël in Europa vóór de Tweede Wereldoorlog. Hij is geboren in Duitsland, woont nu in de VS en is actief betrokken bij Joodse aangelegenheden; hij stond al tientallen jaren in de voorhoede van de strijd tegen het zionisme.“
Het maakt allemaal niet uit, want wat geschreven staat geeft wel weer hoe er binnen het orthodoxe Judaïsme gedacht wordt over het Zionisme. De publicatie waar het over gaat is getiteld: “De Leugens van Israël en het Zionisme”.
Tegenstrijdig en onverzoenbaar
Neuburger stelt al meteen dat “het Judaïsme en het Zionisme in geen geval hetzelfde zijn. Zij zijn tegenstrijdig en onverzoenbaar met elkaar. Als iemand een goede Jood is, kan hij geen Zionist zijn; als iemand een Zionist is, kan hij geen goede Jood zijn“. Neuburger accepteert kennelijk dat orthodoxe Joden in de huidige staat Israël wonen, ondanks dat hij weet dat de huidige verbanning van het Joodse volk uit dat land een goddelijk bevel is, hoewel hij een fel tegenstander is, van toe-eigening van dat land door de Zionisten, waar hij. Hij zegt daarover:
“En toch baseren deze zelfde Zionisten hun aanspraak op het Heilig Land op dezelfde Bijbel, waarvan zij de goddelijke oorsprong ontkennen. Tegelijkertijd vergeten zij uit gemakzucht het Joodse feestgebed: “en voor onze zonden zijn wij verbannen uit ons land” en ontkennen het feit dat de huidige verbanning van het Joodse volk een goddelijk bevel is en dat het Joodse volk noch bevolen, noch toegestaan is om het Heilig Land te veroveren of te regeren vóór de komst van de Messias.“
Wat hij daarbij niet vermeld is, dat uit de Bijbel blijkt dat een ongelovig volk – en dat zijn óók de religieuze Joden, omdat zij de Here Jezus Christus niet “aangenomen” hebben (Johannes 1 : 11) tijdens Zijn eerste komst – geen enkel recht heeft om in het “Land des HEEREN” te wonen. Dat gaat dus verder dan: “niet toegestaan is om het Heilig Land te veroveren of te regeren vóór de komst van de Messias“.
Misleid door de Zionisten
Neuburger vindt dat Joden en niet-Joden misleid zijn door de Zionisten. Zo schrijft hij: “De manier om vele Joden en teveel niet-Joden te misleiden, is het misbruik door Zionisten van namen en symbolen, die heilig zijn in het Judaïsme. Zij gebruiken de heilige naam Israël voor hun zionistische staat. Zij hebben hun fonds voor aankoop van landbouwgrond de naam gegeven die refereert naar de beloning op vroomheid, goede daden en vrijwilligerswerk.“
Over de stichter van het politieke Zionisme
Neuberger wil zelfs de naam van Theodor Hertzl niet uitspreken. Hij schrijft: “De beruchte stichter van het politieke Zionisme, moge zijn naam worden vervloekt, die zijn eigen Joods-zijn enkel ontdekte in reactie op het antisemitisme, getoond tijdens de Dreyfus rechtszaak in Frankrijk, kwam met verschillende oplossingen voor het door hem genoemde “Joodse probleem”.
Opstand tegen God
Niet het Zionisme, maar het Judaïsme telt voor Neuburger en voor orthodoxe Joden. Dat draagt hij volop uit en zegt daar o.a. over: “Als Jood wil ik het hebben over het feit dat Zionisme een opstand tegen God is, en verraad aan het Joodse volk“. Dat is wel een bijzondere uitspraak, want met evenveel gemak kun je stellen dat het Judaïsme eveneens opstand tegen God is. Daarover laat de Bijbel, met name de Here Jezus, maar ook de apostelen, met Paulus voorop, geen enkele twijfel bestaan.
Het Joodse volk is uitverkoren
Niet het Zionisme is door God uitverkoren, maar het Joodse volk, is de conclusie van Neuburger. “Op welke manier zijn de Joden het “uitverkoren volk”? Elke Joodse man, om het even waar en op welk ogenblik, zegt, wanneer geroepen om de Torah te lezen: “Die heeft ons uitgekozen uit alle andere volkeren en ons Zijn Torah gegeven.” Het is op deze manier dat de Joden zijn uitverkoren. Het Joodse volk is niet uitverkoren om te heersen over andere volkeren, niet voor veroveringen of oorlogvoering, maar om God en daarmee de mensheid te dienen“.
De apostel Paulus, die door orthodoxe Joden niet erkend en geloofd wordt, zegt daarover in Romeinen 3: “Welk is dan het voordeel van den Jood? … dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd“. Vervolgens legt de Apostel in zijn Brieven uit dat de natuurlijke, dan wel godsdienstige (Judaïsme) Jood nou niet bepaald “de Woorden Gods” doorgegeven heeft aan “alle andere volkeren”. Zij hebben zich over lange tijd niet van hun taak gekweten, zij hebben “God en daarmee de mensheid” niet gediend in overeenstemming met Gods wil. Ze zijn daarom door God Zelf ontslagen uit de positie waarin ze eerst gezet waren.
Maar … men dient Hem niet
Neuburgers claim, en die van het orthodoxe Jodendom, dat het Joodse volk heden ten dage nog in die positie is, is al zo’n 2000 jaar een volledig onterechte aanspraak. Dat had men kunnen weten, maar ja … het Nieuwe Testament blijft gesloten voor hen. De rabbijnen, hun geestelijke leidslieden, geloven de complete Bijbel nu eenmaal niet. Ook dat is een bewijs dat men God niet dient. En waar men Hem niet dient, niet gelooft op Zijn Woord dus, begrijpt men niks van dat Woord Gods. Want dan is men niet wedergeboren tot kind van God, zoals de Here Jezus persoonlijk uitlegde aan de toen nog aan het Judaïsme verbonden Jood Nicodémus.
Genoemde namen zijn geen Joden
Neuburger wil zo graag de in zijn ogen religieus correct bezig zijnde Jood op een hogere positie te plaatsen, dat hij diverse Bijbelse oudtestamentische namen koppelt aan de Joden. Maar dat kan helemaal niet, zoals aangegeven is in de voetnoten in het artikel. Gewoon omdat er in de tijd van de genoemde namen helemaal nog geen sprake was van Joden, dan wel een Joods volk.
Wie is een Jood?
“Wie is een Jood?” vraagt Neuburger, waarbij hij meteen zijn antwoord geeft: “Een Jood is iedereen die een Joodse moeder heeft óf zich heeft bekeerd tot het Judaïsme, overeenstemmend met de Halacha, de Joodse godsdienstige wet.”
Daar stellen wij graag het commentaar van de apostel Paulus tegenover in Romeinen 3 : 28, 29: “Want die is niet een Jood, die het in het openbaar is; noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees is; Maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God.” De woorden van Paulus staan in de Bijbel, Gods Woord, en dat maakt de keuze welke verklaring wij voor waar zouden aannemen toch heel eenvoudig…
Héél de Schrift
Hoe orthodoxe, louter op het Oude Testament gerichte Joden het Zionisme bezien, is handig om te weten. Ook voor de toekomst m.b.t. het “profetische woord dat zeer vast is” (1 Petrus 1 : 19). Meer aandacht hoeven we er niet aan te besteden. We mogen daarentegen vanuit de genade Gods ons verdiepen in de complete Bijbel, die bestaat uit zowel het Oude Testament als het Nieuwe Testament.
2 Timotheüs 3 : 16, 17: “Al (= héél) de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.”


