Zefanja 1 : 2, 3
2 Ik zal ganselijk alles wegrapen uit dit land, spreekt de HEERE.
3 Ik zal wegrapen mensen en beesten; Ik zal wegrapen de vogelen des hemels, en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen uit dit land uitroeien, spreekt de HEERE.
Zefanja doet in zijn boek niets anders dan oordeel aankondigen over in de eerste plaats het Joodse volk en het land Israël, met als hoofdstad Jeruzalem. Hierover gaat feitelijk de hele profetie. Wat hier beschreven wordt is niet vervuld in de dagen dat de Babyloniërs Judea en Jeruzalem verwoestten.
De “grote dag des HEEREN”
Het is evenmin vervuld toen de Romeinen datzelfde deden. Dit betekent dus dat het nog moet gebeuren. De Heer Zelf zal op één of andere wijze alle leven in het land doden, ook dat van de Oost-Europese legers die dan in het land zullen zijn. Ook andere volken zullen getroffen worden door het oordeel dat als onderdeel van de “grote dag des HEEREN” zal losbarsten.
Ook na Zefanja wordt in het Nieuwe Testament uitgebreid de komst van de “dag des HEEREN” en het daarmee gepaard gaande oordeel aangekondigd. Deze profetieën zullen alsnog, en dan definitief, vervuld worden in de dagen van de wederkomst van Christus.
Overblijfsel zal behouden worden
Het land zal verwoest worden, Jeruzalem zal verwoest worden, maar een overblijfsel zal behouden worden. Dat gelovig overblijfsel is tijdig het land uitgevlucht naar Petra in de woestijn van Edom. Na de 70-ste week van Daniël zal dit overblijfsel van Juda, het Joodse volk, weer in het land “wonen en kudden hebben”.
Deze studie is beschikbaar als gratis PDF
Zefanja
Zefanja